28 januari 2006

Hawke’s Bay – Cape Kidnappers


Wat doen 2 onnozele Belgen, die tijd te over hebben, op een zaterdag in Nieuw-Zeeland ? Ze maken een wandeling van een 20 kilometer om effen naar de Jannetten te gaan kijken. Oei, sorry, Gannets, zoals Jan-van-Genten in ’t Engels genoemd worden. Op het uiteinde van de kaap van Hawke’s Bay nestelen zich ieder jaar zo’n 15.000 van die vogels, wat zeer uitzonderlijk is, want meestal doen ze dat op verlaten eilanden, behalve alhier, dus. Je kan met de auto tot op zo’n 10 km van de kolonies geraken en van daaraf heb je de keuze om ofwel met een hoop toeristen als sardienen op een kar te gaan zitten die voortgetrokken wordt door een tractor (prijskaartje zo’n 20 € per persoon) en je loopt de laatste 20 minuten. Of je laat je luxueus met een 4x4 bus over privéland tot recht aan de kolonie brengen (40 € per persoon). De laatste keuze is dat je zelf de 10 km tot ginder wandelt over de rotsen en het rotsachtig strand. Zuinige eenzaten en doorgewinterde wandelaars, die we ondertussen zijn, kozen we natuurlijk voor het laatste. Men had ons aangegeven dat het hoog tijd was om te vertrekken als we voor vloed (wanneer het niet meer mogelijk is om over het strand te baggeren) zouden willen terug zijn. In een hoog tempo ploeterden, krabbelden, struikelden we de tien kilometer onder een verschroeiende middagzon. We hebben net de eerste kolonie gehaald, maar voor de echte grote hoop hebben we moeten verstek laten gaan. Het water kwam al opzetten en als we niet de terugweg zouden hebben aangevat zou de zee ons wel eens verrast kunnen hebben. Een echte kuitenbijter was die wandeling vandaag, maar toch blij dat we ze gedaan hebben.
Weer een ervaring rijker.



Zo lieten de toeristen zich dus vervoeren. Mij niet gezien.

Geen opmerkingen: